De gefusilleerde leden van de verzetsgroep Oranje Vrijbuiters

Stacks Image 52
Van een aantal leden van de verzetsgroep "Oranje Vrijbuiters" is meer te vertellen. En omdat de Stichting het ook als haar taak ziet om de historie van deze verzetsgroep te ontsluiten voor een breed publiek delen we zo veel mogelijk informatie over een aantal van deze leden. Dat doen we vanzelfsprekend uitsluitend na toestemming van de nabestaanden. We denken met deze verhalen een beeld te kunnen schetsen van deze helden die naast hun verzetswerk vaak ook nog verantwoordelijk waren voor een gezin. Eén van deze helden:
Stacks Image 355

Bob van Oorschot

Hubert Johan van Oorschot werd op 30 december 1919 als zoon van Pierre August Marie van Oorschot en Anna Marie Lafère te Medan op Sumatra in voormalig Nederlandsch Indië geboren.
Kostschool
In 1924 overleed zijn moeder door een noodlottig ongeval. Kort daarna werden Bob, vier jaar oud en zijn broer Leo Peter Hubert, zes jaar, naar een kostschool in Nederland gestuurd; het Rooms-Katholieke jongenspensionaat “Sint Louis Amersfoort”. (Navraag bij dit nog bestaande jongensinternaat over mogelijke bijzonderheden over Bob van Oorschot, had door het ontbreken van een leerlingen-archief helaas geen resultaat) Voor zijn middelbare schoolopleiding is het niet zeker of hij, net als zijn broer Leo, het "Canisius College" in Nijmegen heeft bezocht, maar wel dat hij als Werktuigbouwkundige in 1942 afgestudeerd is aan de Polytechnische School in De Haag.
Na het overlijden van zijn moeder in 1924 is de vader van Bob korte tijd later hertrouwd, waarna de vader en stiefmoeder van Bob en zijn broer zich kort voor de oorlog in Den Haag vestigden.
Bij de nabestaanden zijn nog enkele, zéér indringende briefjes van Bob van Oorschot bewaard gebleven, die hij uit de gevangenis heeft weten te smokkelen.
Karakter
Uit wat hij schrijft getuigt van zijn sterke karakter. Zelf in schrijnende omstandigheden verkerend, uitte hij zich in liefdevolle bewoordingen dat zijn ouders zich geen zorgen om hem moesten maken, maar vooral aan zich zelf zouden denken. Over een pakketje dat hij van zijn ouders mocht ontvangen, hier een zinsnede uit één van zijn briefjes:
“Allereerst hartelijk dank voor het heerlijke pakket. Het wordt toch echt te gek! De eitjes en die kaas en boter. Toen ik zat te eten heb ik mij werkelijk eventjes in een herstellingsoord gewaand …..” Om in een later briefje over dit pakketje te schrijven: “Waarschijnlijk heeft u het harder nodig dan ik, daar wij hier toch vrijwel geen beweging kunnen maken”. Van dit laatste kan een voorstelling worden gemaakt als hij schrijft: ”…. Het wordt nu werkelijk een beetje grijs. Met zijn vieren in een cel van 1.89 bij 3.50, terwijl we nooit gelucht worden”.
Briefjes
In één van de eerste briefjes, zelf noemt Bob ze ‘clandestien’ (en hoe hij het klaarspeelde ze naar buiten te krijgen is niet bekend) geeft hij gedetailleerd weer hoe zijn arrestatie verliep. Na het bekend maken dat hij begin augustus (1943) met een zekere Lex een aanslag heeft gepleegd, en deze Lex voor zover hij weet, nog op vrije voeten loopt, vervolgt hij met:
“Ik zelf ben 27 augustus ’s middags om 16.30 gearresteerd in Utrecht, terwijl ik aanbelde op een adres van onze organisatie. Toen ik aangebeld had, voelde ik reeds in mijn onderbewustzijn, dat er iets niet pluis was. Ik wilde me net omdraaien toen de deur openging en een mij onbekend voorkomend persoon me uitnodigde binnen te komen. Terwijl de deur nog half open was, werd mij verzocht mijn handen omhoog te houden en werd een revolver op mijn borst gedrukt. Ik deed mijn handen omhoog en sloeg meteen de hand met revolver naar boven. Er ontstond een vechtpartij, waarbij een kogel langs mijn hoofd ging. Tenslotte werd ik door 2 andere Gestapo mensen overmeesterd en aan handen en voeten geboeid aan de centrale verwarming gebonden. Ben tot 11 uur verhoord. Behandeling in het begin erg grof, later beter. Om half 12 onder zware bewaking op transport naar Scheveningen. Aankomst 1 uur ’s nachts. Zit in de cel met een timmerman en een ter dood veroordeeld Ingenieur/van de laatste veel geestelijke steun. Heb vorige week een officiële brief mogen schrijven, waaraan een antwoordbrief. Zal nog wel 10 dagen duren voor u die heeft. Stuur svp zeep, tandenborstel, tandpasta (is toegestaan)

Cel 550
Ook roepen de briefjes een paar vragen op over de Oranje Vrijbuiters. Zo is er sprake van ene Lex met wie Bob van Oorschot begin augustus (1943) een aanslag heeft gepleegd. De vraag is wie hier met Lex wordt bedoeld. Het is niet bekend of iemand met die naam deel uitmaakte van de verzetsgroep. Ook schrijft hij dat hij in januari ’44 samen met zijn vriend Ton in cel 550 zit. Was dit misschien de Oranje Vrijbuiter Antonius Hegge?
Lex is Ton?
Na de publicatie van de gegevens over Bob van Oorschot, kwam er een reactie op de vraag wie bedoeld wordt met Lex en/of vriend Ton die samen met Bob van Oorschot in cel 550 zat. Hier de reactie, afkomstig van Simon Gribling:

Mijn oom Tonnie (Antonius Hegge) liet zich door zijn vrienden Ton noemen. Hij was goed bevriend met Bob van Oorschot en het is heel aannemelijk dat zij samen in cel 550 zaten, hoewel ook ergens vermeld wordt dat Tonnie samen met Bart Heij in cel 550 zat, maar dat kan ook daarvoor of daarna geweest zijn. Ook laat hij nog weten: Toen de moeder van Bart Heij mijn opa en oma na 29 februari 1944 persoonlijk het droevige nieuws kwam brengen (zij was op bezoek geweest in de gevangenis bij Bart) vertelde zij dat Bart nog een boodschap van Tonnie voor hen had die hij persoonlijk wilde meedelen. Na de oorlog echter was Bart die boodschap vergeten.
Interessant is dat Tonnie als schuilnaam Lex heeft gebruikt (zie briefjes, rechterkolom)

Connie Jacobs van Oorschot
Alles wat de Stichting over Bob van Oorschot ter kennis is gekomen, is te danken aan mevrouw Connie Annie Nancy Jacobs – van Oorschot, en heer Bob Pierre Jan van Oorschot, de dochter en zoon van Leo, de broer van de Oranje Vrijbuiter Bob van Oorschot. Op de pagina “Nieuws” dd. 2 november 2009, is te lezen dat mevrouw Jacobs mailde de website van de Stichting te hebben ontdekt. Dit gaf aanleiding contact met haar op te nemen, wat niet alleen leidde tot onbekende familiegegevens van Bob van Oorschot, maar ook tot het bestaan van een paar van hem bewaard gebleven briefjes die hij vanuit het “Oranjehotel” aan zijn ouders stuurde. De originelen van deze briefjes, in het bezit van een nabestaande, zitten in envelopjes, zijn extreem klein, zeer fragiel en moeilijk te lezen. Voor de leesbaarheid zijn ze later (waarschijnlijk door zijn vader) overgetypt, waarbij de tekst hetzelfde is als in de briefjes. (De Stichting is ook in het bezit van een paar op gevangenispapier geschreven briefjes waarvan de kwaliteit van het papier zo slecht is, dat bij het beschrijven ervan sommige woorden ‘uitvlekten’ en zelfs onleesbaar werden. Hoe frustrerend zal dit voor het thuisfront zijn geweest!)

Stacks Image 544
In de Doodenboeken van het "Oranjehotel" wordt een foto van Bob van Oorschot getoond met naast hem een tweede foto waarop hij staat afgebeeld met zijn vriend Ton (Antonious Hegge)

Een hoge resolutie van deze scan vindt u op de website "ga het na" van de Koninklijke Bibliotheek.

Ivo Aelbers
Op 26 april 2012 ontving de Stichting van de heer Ivo Aelbers, zoon van vermoedelijke Oranje Vrijbuiter Kors Aelbers, bidprentjes van bevriende Oranje Vrijbuiters Bob van Oorschot en Ton Hegge.

U vind de bidprentjes van Bob en
Ton in de rechterkolom. De Bidprentjes van Oranje Vrijbuiters Kees en Leo Heij vind u op de pagina over de gebroeders Heij.
Stacks Image 526