De overige leden van de verzetsgroep Oranje Vrijbuiters

Stacks Image 52
Van een aantal leden van de verzetsgroep Oranje Vrijbuiters is meer te vertellen. En omdat de Stichting het ook als haar taak ziet om de historie van deze verzetsgroep te ontsluiten voor een breed publiek delen we zo veel mogelijk informatie over een aantal van deze leden. Dat doen we vanzelfsprekend uitsluitend na toestemming van de nabestaanden. We denken met deze verhalen een beeld te kunnen schetsen van deze helden die naast hun verzetswerk vaak ook nog verantwoordelijk waren voor een gezin. Een van deze helden:

Truus Solleveld

Geertruida Everdina Wilhelmina Solleveld werd geboren in Den Haag op 16 juli 1924 als oudste dochter van het echtpaar Leendert Solleveld, geboren in Den Haag op 19 augustus 1899 en aldaar overleden op 16 september 1962 en Geertruida Everdina Margaretha de Koning, geboren in Den Haag op 9 september 1898 en overleden in Breda op 24 april 1986.
Voor dat Truus 19 jaar was, haalde ze haar diploma van de Gemeentelijke Middelbare Meisjesschool en sprak redelijk Frans, Duits en Engels.
Truus trouwde in 1947, had twee kinderen en scheidde in 1954.
Truus Solleveld overleed op 77-jarige leeftijd in het Havenziekenhuis te Rotterdam op 9 oktober 2001.
Stacks Image 13
Oorlogstijd
Truus Solleveld is toegetreden tot de Oranje Vrijbuiters in 1943 en werkte met de groep in Utrecht. Haar schuilnaam is niet bekend. Nadat de meeste anderen gevangen waren genomen is zij teruggekeerd naar Den Haag en opgepakt door de Gestapo (H. Sasse en A. Blattgerste) op het Binnenhof op 27 september 1943.
Ravensbrück en Mauthausen
Truus Solleveld heeft de rest van de oorlog door moeten brengen als 'Nacht und Nebel Häftlinge' (dat betekent o.a. dat ze helemaal niet mocht corresponderen met familie) in het Oranjehotel Scheveningen van 27 september 1943 tot 10 mei 1944. Daarna is ze vervoerd naar twee concentratiekampen, namelijk Ravensbrück, Duitsland (Nr.38383) waar ze verbleef van 11 mei 1944 tot 1 maart 1945 en Mauthausen , Oostenrijk (Nr. 2567 NL) waar ze tot het eind van de oorlog verbleef van 6 maart 1945 tot 22 april 1945.
In Ravensbrück werd Truus tewerkgesteld bij Siemens van 15 mei 1944 tot 25 oktober 1944 en in Mauthausen moest zij in de wasserij werken vanaf 1 april 1945.
Vaste Straffen
Op een schriftelijke verklaring afgelegd bij het Afwikkelingsbureau Concentratiekampen van 29 juni 1945 schrijft zij het volgende: "te Ravensbrück werd veel geslagen, ook getrapt. Behalve de vaste straffen (25, 40 en 70 stokslagen) werden veel gevangenen mishandeld door SS vrouw Binsen en SS mannen Binder en Spier. Ook werden bloedhonden op ons afgestuurd."

Bevrijding Mauthausen

De officiële bevrijding van Mauthausen is 5 mei door de 11e Pantserdivisie van Patton's 3e Amerikaans leger. Er waren echter verschillende afdelingen en Truus werd al bevrijd op 22 april 1945.
Ze is gerepatriëerd via St. Gallen (Zwitserland) waar ze op twee mei arriveerde en verder via Parijs, Brussel, Roosendaal en kwam op 21 mei aan in het opvangkamp St. Louis in Oudenbosch, van waar zij is teruggekeerd naar haar ouders in Den Haag.
In deze periode is ze geregistreerd als Displaced Person.
In juli 1945 schrijft ze een brief aan Afwikkelingsbureau Concentratiekampen met de vraag om, als politieke gevangene, extra levensmiddelen te krijgen.

Verzetsherdenkingskruis

Truus Solleveld is altijd bescheiden gebleven over haar aandeel in het verzet. Op 16 januari 1984 werd haar het verzetsherdenkingskruis toegekend.
Ze onderhield nog enige tijd contact met het Comité Vrouwen van Ravensbrück, maar was uiterst beperkt in haar uitlatingen over haar kampleven.
Met dank aan Lode van Reedt Dortland, zoon van Truus Solleveld voor zijn bijdrage!
Stacks Image 97
Stacks Image 234