De bestuursleden van De Stichting "Eregraf en Monument Oranje Vrijbuiters"
Henk Kerkhof
† Chris Kerkhof
Hajo Kerkhof
Hendrik Auke (Henk) Kerkhof (1930 te Leeuwarden) maakte als kind de Tweede Wereldoorlog mee, in een gezin waar zijn 6 jaar oudere zuster Anna en zijn vader Chris Kerkhof in het verzet tegen de Duitse bezetter actief waren. Anna trad op als koerierster en zijn vader trad in 1943 toe tot de Oranje Vrijbuiters.
Na de de oorlog ontwikkelde Henk's passie voor voetballen zich verder. Na de HBS ging hij naar de Zeevaartschool, waarna hij bij de Nederlandse Koopvaardij kwam. Na ruim twaalf jaar zette hij zijn carrière voort op het vasteland.
In het begin van de 21ste eeuw groeide zijn behoefte om het in 1947 onthulde eregraf en monument voor de Oranje Vrijbuiters in ere te herstellen na jaren van verval. Uiteindelijk werd in 2007 het eerste deel van de doelstellingen van de stichting bereikt: het gerestaureerde monument werd opnieuw onthuld, exact 60 jaar na de eerste onthulling.
Henk Kerkhof: "Ik was 12 toen mijn vader zich aansloot bij de verzetsgroep de “Oranje Vrijbuiters”. Wat hij precies als verzetswerk deed, wist ik niet, maar wel dat het hele gezin erin betrokken werd. Er gebeurde veel in huis wat niemand mocht weten. Waaronder het huisvesten van onderduikers. Of luisteren naar berichten uit Engeland. Maar ook mocht met geen woord worden gerept over de radio’s en spulletjes van koper, die in de werkplaats van mijn vader waren verstopt. Voor al deze dingen gold een slot op de mond. Het betekende elke dag alert moeten zijn om je mond niet voorbij te praten. Vaak gaf het angstige spanning, wat zich vooral voordeed als vader na zijn zondags overleg met andere leden van de verzetsgroep in Utrecht, langer wegbleef dan gewoonlijk. De sfeer in huis ademde dan bange bezorgdheid uit en werd er op die momenten gedacht dat hij misschien wel opgepakt was.
Op zondag 29 augustus 1943 werd deze ongerustheid bewaarheid. Samen met een joods meisje dat bij ons ondergedoken was geweest, was hij in de vroege ochtend van die zondag afgereisd naar Utrecht. Door verraad werden ze daar door de SD opgewacht en gearresteerd, waarna mijn vader overgebracht werd naar de Scheveninger gevangenis, het “Oranjehotel”. We zouden hem nooit meer terugzien. Precies een half jaar later, op 29 februari 1944, werd hij met 17 andere Oranje Vrijbuiters op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd.
Vanaf zijn executie tot de onthulling van het monument van de Oranje Vrijbuiters in mei 1947, heb ik mijn oorlogservaringen vastgelegd. Hieronder het laatste deel waarin ik duidelijk maak wat mij motiveert om me voor de stichting in te zetten.
“Op 5 mei 1945 was heel Nederland bevrijd en ik ging mee in de euforie van de bevrijding, bezield door de uitzinnige vreugdegolf die door het land ging. Maar, hoewel weer in vrijheid mogen leven, werd alle dagen gevoeld wat de oorlog door het verlies van mijn vader ons had gebracht. Daarbij waren ook de, na de oorlog, aangrijpende gebeurtenissen zoals het door mijn zuster identificeren (moeder was ziek) van mijn vader na zijn opgraving, de gezamenlijke herbegrafenis met zijn zeventien verzetsvrienden op 1 maart 1946 op begraafplaats Tolsteeg in Utrecht en de onthulling op 10 mei 1947 van het monument van de Oranje Vrijbuiters.
Toen ik dit laatste deel van mijn oorlogservaringen schreef, was het 13 november 2008, de nationale “Dag van het Respect”. Het bracht me terug naar 3 mei 2006, toen ik samen met mijn vrouw een bezoek bracht aan Tolsteeg en zag dat er weinig meer over was van de intentie van het door wildgroei overwoekerde monument. Ik herinnerde me hoe ik als zeventienjarige jongen op 10 mei 1947 de onthulling meemaakte van een prachtig monument dat voor altijd eerbied en respect moest uitbeelden voor de achttien jonge mannen van de verzetsgroep de “Oranje Vrijbuiters”, die hun leven hebben gegeven in hun strijd tegen het grootste kwaad wat de wereld heeft gekend. Bijna zestig jaar later, als man van zesenzeventig, moest ik constateren dat er van deze bedoeling niets meer waar gemaakt werd.
Terwijl ik het steeds verder in verval geraakte monument overzag, kwamen de beelden bij me boven die ik in mijn oorlogservaringen heb beschreven. En ik voelde boosheid richting de gemeente Utrecht, die ten tijde van de realisering van het monument de verplichting op zich had genomen het gedenkteken eeuwigdurend te onderhouden, maar daarin in gebreke was gebleven. Ik vond het ongehoord dat men zich niet om het monument had bekommerd en zich daardoor respectloos had getoond ten aanzien van achttien verzetsstrijders, hun vrouwen en kinderen, hun vaders en moeders en andere dierbaren die zij achterlieten. Ik vond dit onacceptabel en nam me voor de gemeente Utrecht hier op aan te spreken. Voor het resultaat van dit voornemen, verwijs ik u naar de link plechtige onthulling op de website van de stichting, die met mijn zoon Christiaan Kerkhof, naamgenoot van mijn gefusilleerde vader, is opgericht. Zo lang het mij gegeven is, zal ik de doelstelling van de stichting naleven, opdat door het monument achttien verzetshelden nooit vergeten worden en op een respectvolle wijze herdacht kunnen worden.
Na de de oorlog ontwikkelde Henk's passie voor voetballen zich verder. Na de HBS ging hij naar de Zeevaartschool, waarna hij bij de Nederlandse Koopvaardij kwam. Na ruim twaalf jaar zette hij zijn carrière voort op het vasteland.
In het begin van de 21ste eeuw groeide zijn behoefte om het in 1947 onthulde eregraf en monument voor de Oranje Vrijbuiters in ere te herstellen na jaren van verval. Uiteindelijk werd in 2007 het eerste deel van de doelstellingen van de stichting bereikt: het gerestaureerde monument werd opnieuw onthuld, exact 60 jaar na de eerste onthulling.
Henk Kerkhof: "Ik was 12 toen mijn vader zich aansloot bij de verzetsgroep de “Oranje Vrijbuiters”. Wat hij precies als verzetswerk deed, wist ik niet, maar wel dat het hele gezin erin betrokken werd. Er gebeurde veel in huis wat niemand mocht weten. Waaronder het huisvesten van onderduikers. Of luisteren naar berichten uit Engeland. Maar ook mocht met geen woord worden gerept over de radio’s en spulletjes van koper, die in de werkplaats van mijn vader waren verstopt. Voor al deze dingen gold een slot op de mond. Het betekende elke dag alert moeten zijn om je mond niet voorbij te praten. Vaak gaf het angstige spanning, wat zich vooral voordeed als vader na zijn zondags overleg met andere leden van de verzetsgroep in Utrecht, langer wegbleef dan gewoonlijk. De sfeer in huis ademde dan bange bezorgdheid uit en werd er op die momenten gedacht dat hij misschien wel opgepakt was.
Op zondag 29 augustus 1943 werd deze ongerustheid bewaarheid. Samen met een joods meisje dat bij ons ondergedoken was geweest, was hij in de vroege ochtend van die zondag afgereisd naar Utrecht. Door verraad werden ze daar door de SD opgewacht en gearresteerd, waarna mijn vader overgebracht werd naar de Scheveninger gevangenis, het “Oranjehotel”. We zouden hem nooit meer terugzien. Precies een half jaar later, op 29 februari 1944, werd hij met 17 andere Oranje Vrijbuiters op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd.
Vanaf zijn executie tot de onthulling van het monument van de Oranje Vrijbuiters in mei 1947, heb ik mijn oorlogservaringen vastgelegd. Hieronder het laatste deel waarin ik duidelijk maak wat mij motiveert om me voor de stichting in te zetten.
“Op 5 mei 1945 was heel Nederland bevrijd en ik ging mee in de euforie van de bevrijding, bezield door de uitzinnige vreugdegolf die door het land ging. Maar, hoewel weer in vrijheid mogen leven, werd alle dagen gevoeld wat de oorlog door het verlies van mijn vader ons had gebracht. Daarbij waren ook de, na de oorlog, aangrijpende gebeurtenissen zoals het door mijn zuster identificeren (moeder was ziek) van mijn vader na zijn opgraving, de gezamenlijke herbegrafenis met zijn zeventien verzetsvrienden op 1 maart 1946 op begraafplaats Tolsteeg in Utrecht en de onthulling op 10 mei 1947 van het monument van de Oranje Vrijbuiters.
Toen ik dit laatste deel van mijn oorlogservaringen schreef, was het 13 november 2008, de nationale “Dag van het Respect”. Het bracht me terug naar 3 mei 2006, toen ik samen met mijn vrouw een bezoek bracht aan Tolsteeg en zag dat er weinig meer over was van de intentie van het door wildgroei overwoekerde monument. Ik herinnerde me hoe ik als zeventienjarige jongen op 10 mei 1947 de onthulling meemaakte van een prachtig monument dat voor altijd eerbied en respect moest uitbeelden voor de achttien jonge mannen van de verzetsgroep de “Oranje Vrijbuiters”, die hun leven hebben gegeven in hun strijd tegen het grootste kwaad wat de wereld heeft gekend. Bijna zestig jaar later, als man van zesenzeventig, moest ik constateren dat er van deze bedoeling niets meer waar gemaakt werd.
Terwijl ik het steeds verder in verval geraakte monument overzag, kwamen de beelden bij me boven die ik in mijn oorlogservaringen heb beschreven. En ik voelde boosheid richting de gemeente Utrecht, die ten tijde van de realisering van het monument de verplichting op zich had genomen het gedenkteken eeuwigdurend te onderhouden, maar daarin in gebreke was gebleven. Ik vond het ongehoord dat men zich niet om het monument had bekommerd en zich daardoor respectloos had getoond ten aanzien van achttien verzetsstrijders, hun vrouwen en kinderen, hun vaders en moeders en andere dierbaren die zij achterlieten. Ik vond dit onacceptabel en nam me voor de gemeente Utrecht hier op aan te spreken. Voor het resultaat van dit voornemen, verwijs ik u naar de link plechtige onthulling op de website van de stichting, die met mijn zoon Christiaan Kerkhof, naamgenoot van mijn gefusilleerde vader, is opgericht. Zo lang het mij gegeven is, zal ik de doelstelling van de stichting naleven, opdat door het monument achttien verzetshelden nooit vergeten worden en op een respectvolle wijze herdacht kunnen worden.
Ik ben van 1957 en inmiddels de leeftijd van mijn opa's, die ik nooit gekend heb gepasseerd. Dat is een merkwaardig gevoel, omdat ik zélf inmiddels ook al een jaartje of 9 opa ben. Mijn vader Henk Kerkhof moest vanaf zijn 14e zijn vader missen. Henk Kerkhof is nu (we schrijven 12 april 2015) dus de vader van een opa.
Ik kan mij niet voorstellen hoe het is om geen vader meer te hebben. Ik kan mij wél voorstellen hoe het is om geen opa te hebben: mijn beide opa's hebben de Tweede Wereld oorlog niet overleefd, dus ik heb hen nooit meegemaakt. Mijn vader daarentegen is een grandioze grootvader voor mijn kinderen en overgrootvader voor mijn kleinkinderen en daarmee een voorbeeld voor mij........
Dat mijn vader zich zo enorm inzet voor het Eregraf en Monument voor de Oranje Vrijbuiters verdient heel veel lof. Hij doet dat namelijk om de huidige en toekomstige generaties eraan te herinneren, dat de meeste ellende in de wereld te wijten is aan onverdraagzaamheid, vooroordelen en te weinig begrip voor anderen. Tijdens zijn spreekbeurten op 8ste-groepers pleit hij oprecht voor tolerantie en begrip. Dat doet hij gedreven en gestaag, zonder wrok naar het verleden en met van tijd tot tijd veel gevoel voor humor.
Toen ik zo oud was als mijn kleinkinderen nu zijn, hadden andere kinderen een opa en een oma. Je ouders zijn er gewoon en wat ze precies doen en deden weet je als kind eigenlijk niet. De kinderen van nu weten dat ook niet. Dat gold natuurlijk ook voor je grootouders. Wat mijn opa deed besefte je helemaal niet en in die tijd sprak mijn vader niet over de oorlog. "Hij was doodgeschoten door de Duitsers" was het enige dat je te horen kregen. Dat hij een oorlogsheld was werd wel duidelijk, maar als kind heb je daar geen duidelijk beeld bij. De kinderen van nu zijn echter wel ontvankelijk voor de wijze lessen van hun opa's en oma's. Daar moeten we gebruik van maken, door uit te leggen waar intolerantie en onbegrip toe leiden. Mijn vader is daar meesterlijk in.
In het dagelijks leven ben ik ondernemer en heb het - net als iedereen in deze wereld - ontzettend druk. Voor de Oranje Vrijbuiters maak ik natuurlijk tijd vrij. En als ik kan helpen om met het geleerde van de geschiedenis van de Oranje Vrijbuiters de toekomst een beetje beter kan maken, dan wil ik daar voor gaan.
Ik treed graag in Henk Kerkhof 's voetsporen, als opa en ik hoop dat ik hem als bestuurslid van de stichting noch lang naast me mag hebben. Mijn doel is om het monument in stand te houden en mede daardoor over te brengen dat er mensen zijn die ervoor gezorgd hebben dat we al meer dan 70 jaar in Nederland in vrede leven. Ze betaalden met een prijs, waarvan de hoogte je verstand te boven gaat: hun leven.
Op elf augustus 2017 is Chris Kerkhof overleden
Ik kan mij niet voorstellen hoe het is om geen vader meer te hebben. Ik kan mij wél voorstellen hoe het is om geen opa te hebben: mijn beide opa's hebben de Tweede Wereld oorlog niet overleefd, dus ik heb hen nooit meegemaakt. Mijn vader daarentegen is een grandioze grootvader voor mijn kinderen en overgrootvader voor mijn kleinkinderen en daarmee een voorbeeld voor mij........
Dat mijn vader zich zo enorm inzet voor het Eregraf en Monument voor de Oranje Vrijbuiters verdient heel veel lof. Hij doet dat namelijk om de huidige en toekomstige generaties eraan te herinneren, dat de meeste ellende in de wereld te wijten is aan onverdraagzaamheid, vooroordelen en te weinig begrip voor anderen. Tijdens zijn spreekbeurten op 8ste-groepers pleit hij oprecht voor tolerantie en begrip. Dat doet hij gedreven en gestaag, zonder wrok naar het verleden en met van tijd tot tijd veel gevoel voor humor.
Toen ik zo oud was als mijn kleinkinderen nu zijn, hadden andere kinderen een opa en een oma. Je ouders zijn er gewoon en wat ze precies doen en deden weet je als kind eigenlijk niet. De kinderen van nu weten dat ook niet. Dat gold natuurlijk ook voor je grootouders. Wat mijn opa deed besefte je helemaal niet en in die tijd sprak mijn vader niet over de oorlog. "Hij was doodgeschoten door de Duitsers" was het enige dat je te horen kregen. Dat hij een oorlogsheld was werd wel duidelijk, maar als kind heb je daar geen duidelijk beeld bij. De kinderen van nu zijn echter wel ontvankelijk voor de wijze lessen van hun opa's en oma's. Daar moeten we gebruik van maken, door uit te leggen waar intolerantie en onbegrip toe leiden. Mijn vader is daar meesterlijk in.
In het dagelijks leven ben ik ondernemer en heb het - net als iedereen in deze wereld - ontzettend druk. Voor de Oranje Vrijbuiters maak ik natuurlijk tijd vrij. En als ik kan helpen om met het geleerde van de geschiedenis van de Oranje Vrijbuiters de toekomst een beetje beter kan maken, dan wil ik daar voor gaan.
Ik treed graag in Henk Kerkhof 's voetsporen, als opa en ik hoop dat ik hem als bestuurslid van de stichting noch lang naast me mag hebben. Mijn doel is om het monument in stand te houden en mede daardoor over te brengen dat er mensen zijn die ervoor gezorgd hebben dat we al meer dan 70 jaar in Nederland in vrede leven. Ze betaalden met een prijs, waarvan de hoogte je verstand te boven gaat: hun leven.
Op elf augustus 2017 is Chris Kerkhof overleden
Hajo Kerkhof (1966 te Leeuwarden) is een kleinzoon van Chris Kerkhof, hun opa in het verzet die ze nooit gekend hebben. Hajo is de jongste zoon van Jaap (Jacob Klaas) Kerkhof (1936-2004), broer van Henk (Hendrik Auke) Kerkhof.
Ik kan me nog goed herinneren dat mijn vader me er op wees dat hij ondertussen ouder was dan zijn vader ooit is geworden. Ondertussen ben ik op het moment van schrijven royaal de leeftijd van overlijden van mijn grootvader voorbij. Voor mij is het een paradox: hoe ouder ik wordt hoe dichterbij die tweede wereldoorlog voelt.
En telkens denk ik: "wat zou jij doen?". In de Verenigde Staten is ondertussen een welhaast facistische clown en onbenul tot de machtigste man ter wereld verkozen. Wat doe ik? En dan denk ik aan mijn grootvader Christiaan die bij het uitbreken van deze verschrikkelijke tweede wereldoorlog de beslissing nam om zich aan te sluiten bij het verzet. Daarbij zich zeer bewust van de mogelijke consequenties.
In 1945 beloofden we elkaar: "Dit nooit weer!" Maar wat gebeurde er eigenlijk tijdens de oorlog op de Balkan tussen 1991 en 2001, toch onze naaste buren in Europa? Wat te denken van de Rwandese genocide in 1994? Naar schatting zijn in een periode van 100 dagen tussen de 500.000 en 1-miljoen Hutu's en Tutsi's vermoord.
Zoals neef Chris al schreef: onverdraagzaamheid, vooroordelen en te weinig begrip voor anderen leiden tot veel ellende in deze wereld. En het veranderen van de mentaliteit van mensen om deze onverdraagzaamheid en vooroordelen om te buigen lijkt een welhaast onmogelijke opgave. Daarom ben ik ook zo ingenomen met de inspanningen van mijn Oom Henk om de jeugd op de hoogte te brengen van het leed dat voortkomt uit onverdraagzaamheid en vooroordeel. Henk kan dat (nog steeds!) uit eerste hand vertellen en dat is buitengewoon waardevol want de jeugd heeft de toekomst. Henk overbrugt hiermee vele generaties en daarom is de adoptie van 'ons' monument door de Utrechtse Schoolvereniging ook zo belangrijk. Als opleider (techniek docent) op een MBO-school in het zuiden van het land ken ik als geen ander de waarde van dat bewustwordingsproces.
En "de mensen" dat zijn wijzelf.
Ik kan me nog goed herinneren dat mijn vader me er op wees dat hij ondertussen ouder was dan zijn vader ooit is geworden. Ondertussen ben ik op het moment van schrijven royaal de leeftijd van overlijden van mijn grootvader voorbij. Voor mij is het een paradox: hoe ouder ik wordt hoe dichterbij die tweede wereldoorlog voelt.
En telkens denk ik: "wat zou jij doen?". In de Verenigde Staten is ondertussen een welhaast facistische clown en onbenul tot de machtigste man ter wereld verkozen. Wat doe ik? En dan denk ik aan mijn grootvader Christiaan die bij het uitbreken van deze verschrikkelijke tweede wereldoorlog de beslissing nam om zich aan te sluiten bij het verzet. Daarbij zich zeer bewust van de mogelijke consequenties.
In 1945 beloofden we elkaar: "Dit nooit weer!" Maar wat gebeurde er eigenlijk tijdens de oorlog op de Balkan tussen 1991 en 2001, toch onze naaste buren in Europa? Wat te denken van de Rwandese genocide in 1994? Naar schatting zijn in een periode van 100 dagen tussen de 500.000 en 1-miljoen Hutu's en Tutsi's vermoord.
Zoals neef Chris al schreef: onverdraagzaamheid, vooroordelen en te weinig begrip voor anderen leiden tot veel ellende in deze wereld. En het veranderen van de mentaliteit van mensen om deze onverdraagzaamheid en vooroordelen om te buigen lijkt een welhaast onmogelijke opgave. Daarom ben ik ook zo ingenomen met de inspanningen van mijn Oom Henk om de jeugd op de hoogte te brengen van het leed dat voortkomt uit onverdraagzaamheid en vooroordeel. Henk kan dat (nog steeds!) uit eerste hand vertellen en dat is buitengewoon waardevol want de jeugd heeft de toekomst. Henk overbrugt hiermee vele generaties en daarom is de adoptie van 'ons' monument door de Utrechtse Schoolvereniging ook zo belangrijk. Als opleider (techniek docent) op een MBO-school in het zuiden van het land ken ik als geen ander de waarde van dat bewustwordingsproces.
En "de mensen" dat zijn wijzelf.